Oefening lidwoorden Exercise articles Which article do you have to use? Fill in the correct gaps, then press "score - antwoorden" to check your answers. 1. What is correct? de gezicht het gezicht None 2. What is correct? het meisje de meisje None 3. What is correct? het straat de straat None 4. What is correct? de jongetje het jongetje None 5. What is correct? de bus het bus None 6. What is correct? de uur het uur None 7. What is correct? de school de school None 8. What is correct? het vork de vork None 9. What is correct? de bed het bed None 10. What is correct?dutch flag het vlag de vlag None 11. What is correct? de jaar het jaar None 12. What is correct? de raam het raam None 13. What is correct? de stoel het stoel None 14. What is correct? het paard de paard None 15. What is correct? het puber de puber None 16. What is correct? het markt de markt None 17. What is correct? het ontbijt de ontbijt None 18. What is correct? het antwoord de antwoord None 19. What is correct? het avontuur de avontuur None 20. What is correct? de deur het deur None Time's up