Expressions in English about the Dutchman Uitdrukkingen over Nederlanders Wat betekenen ze? What do they mean? 1. Going Dutch wartaal uitkramen Je deelt de rekening bij het uitgaan. meer spierkracht dan hersenen Een weg schuin oversteken None 2. A Dutch agreement Overeenkomst gesloten tijdens dronkenschap en waarvan men achteraf niets meer weet. Je deelt de rekening bij het uitgaan. gierigheid Je bent uitgenodigd voor een etentje, maar je moet toch de rekening betalen. None 3. Double Dutch twee keer niets belastingontduiking schrale troost wartaal None 4. Dutch concert een kater belastingontduiking geluidsoverlast, opstootje zwakke verdediging None 5. Dutch cap schrale troost namaakgoud pessarium, condoom, opblaaspop None 6. Dutch talent gierigheid meer spierkracht dan hersenen komkommernieuws belastingontduiking None 7. To take Dutch leave Het zijdelings op en neer bewegen van een vliegtuig bij het opstijgen. moedig na het drinken van veel alcohol overlopen, of deserteren, weggaan zonder groeten zwakke verdediging None 8. Dutch wife opblaaspop namaakgoud Vroeger een zeer negatieve benaming voor iemands echtgenote (dat rotwijf). stoofpan None 9. Dutch comfort Gebouw/loods zonder muren Schrale troost, het had nog slechter gekund. deur met twee afzonderlijk te openen helften meer spierkracht dan hersenen None 10. Dutch disease Feesten waarbij de gastheer eerder dronken is dan de gasten. een weg schuin oversteken een dagje vrij nemen het kletsen van publiek tijdens een concert None Time's up