Select the correct letters.
Present tense (tt), past tense (vt) and past participles (VD
Press "Check" to check your answers.

1. Ik heb het gedownloa (downloaden VD) spelletje weer gedelete (deleten VD).
2. Na drie uur time (timen v.t) hij haar nog als derde, maar uiteindelijk finish (finishen vt) ze in de middenmoot.
3. Hij tackel (tackelen vt) de spits een paar keer, toch scoor (scoren vt) die drie doelpunten.
4. Karel promoot (promoten vt) die beweging al jaren en ook nu lobby (lobbyen tt) hij er nog steeds voor.
5. Vroeger jog ik (joggen vt) elke dag, tegenwoordig jetsk (jetskiën tt) ik regelmatig.
6. Hij heeft dat carpoolen gefake (faken VD) want hij e-bike (e-biken tt) elke dag naar zijn werk.
7. In Nepal hebben we gebungeejump (bungeejumpen VD) nadat we uitvoerig gebrief (briefen VD) waren.
8. Je ziet steeds meer gebotox (botoxen VD) en/of gefacelif (faceliften VD ) mensen.
9. Hij switch (switchen tt) vaak van materiaal als hij paintbrush (paintbrushen tt).
10. Hij is in zijn jeugd veel gepamper (pamperen VD), hij paraglide (pargliden vt) al op zijn tiende.