Which word(s) is (are) the direct object of the sentence?

If you don't know the answer, you may use the 'hint' button, and you will get to see the first letter of the correct answer.
If you think the sentence does not contain an object, fill in: no object.

Vanmiddag zal ik de auto gaan brengen.
1. zal gaan brengen
2. ik
3. de auto
4. zal
5. vanmiddag
Wanneer neem je die nieuwe fiets mee?
1. neem mee
2. je
3. die nieuwe fiets
4. wanneer
In deze klas is dat meisje is nieuw.
1. dat meisje
2. is nieuw
3. nieuw
4. geen lijdend voorwerp
Premier Rutte zou het hem verteld hebben.
1. premier Rutte
2. zou gewaarschuwd hebben
3. hem
4. zou
5. het
De lage waterstand geeft meer problemen.
Mijn moeder heeft die cursus al gedaan.
1. mijn moeder
2. heeft gedaan
3. die cursus
4. al
Na een lange en mooie vakantie werd de terugreis aanvaard.
1. na een lange en mooie vakantie
2. werd aanvaard
3. de terugreis
4. geen lijdend voorwerp
Karel snapt de opgave nu wel.
1. heeft begrepen
2. Karel
3. de opgave
4. nu
5. wel
De post brengt ons steeds minder brieven.
1. De post
2. brengt
3. brieven
4. ons
5. steeds minder
Door het tekort aan personeel ontstonden op Schiphol enorme vertragingen.
1. door het tekort aan personeel
2. ontstonden
3. enorme vertragingen
4. geen lijdend voorwerp
5. op Schiphol